Planten: Difference between revisions

From www.ReeltoReel.nl Wiki
Jump to navigation Jump to search
Line 18: Line 18:
==Groeispurten==
==Groeispurten==


De buxus heeft twee groeispurten. Eén in het voorjaar en één in het najaar. In februari of maart is het tijd voor de eerste snoeibeurt. Dit is voor de eerste uitloop van de plant. Door te snoeien voor het uitlopen, heeft de plant nog kans om gedurende het voorjaar verder uit te lopen. Snoei je de buxus te laat, dan groeit deze niet meer verder.
De buxus heeft twee groeispurten. Eén in het voorjaar en één in het najaar. ''In februari of maart is het tijd voor de eerste snoeibeurt. Dit is voor de eerste uitloop van de plant. Door te snoeien voor het uitlopen, heeft de plant nog kans om gedurende het voorjaar verder uit te lopen. Snoei je de buxus te laat, dan groeit deze niet meer verder.''


De tweede groeispurt is middenin de zomer. De langste dag van het jaar (21 juni) is goed aan te houden voor een tweede snoeibeurt. Zo kan de buxus in de nazomer nog een keer uitlopen.
De tweede groeispurt is middenin de zomer. De langste dag van het jaar (21 juni) is goed aan te houden voor een tweede snoeibeurt. Zo kan de buxus in de nazomer nog een keer uitlopen.

Revision as of 08:55, 17 April 2013

Buxus

Hoe Buxus knippen ?

Het knippen dient vooral vaak te gebeuren. De meeste tuinliefhebbers beperken het aantal knipbeurten tot 2 keer in het jaar. Wil je echt mooie buxus in je tuin dan moet je minimaal 4 keer in het seizoen gaan knippen. Vooral voor grotere exemplaren is dit van belang. De plant wordt hierdoor veel voller en sterker. Bovendien geven ze een veel mooier beeld.

Een probleem bij te snel gegroeide en te weinig geknipte buxusbollen is dat ze bij regen-en sneeuwval uitzakken waardoor er een gat in de bol onstaat. Ook als je begint met een kleine maat plant ga je hem dus al regelmatig snoeien voor de stevigheid. Je behoeft de plant alleen niet geheel terug te knippen tot op de oude snede. Anders kan je nooit groter komen.

Wanneer Buxus knippen ?

Knip de eerste keer al vrij vroeg in het seizoen, zo begin mei. Hou daarna de groei in de gaten. De volgende knipbeurten doe je telkens als de nieuwe scheutjes zo’n 4 à 5 cm lang zijn. In de periode van felle zonneschijn (jul.-aug.) is het belangrijk niet geheel terug te knippen tot op de oude snede. Maar iets hoger. Dit voorkomt verbranding(bruinverkleuring).

Snoei de buxus altijd op een bewolkte dag, want door de zon kunnen de blaadjes verbranden. Wil je toch in de zon snoeien, besproei hem dan eerst met water en leg er als je klaar bent een fleecedoek overheen.


De eerstvolgende knipbeurt na deze periode kan je dan weer terug naar de oorspronkelijke kniphoogte. Na half september is het verstandig de buxus niet meer te knippen anders heeft de plant niet meer de tijd om voldoende af te harden voor de winter.

Groeispurten

De buxus heeft twee groeispurten. Eén in het voorjaar en één in het najaar. In februari of maart is het tijd voor de eerste snoeibeurt. Dit is voor de eerste uitloop van de plant. Door te snoeien voor het uitlopen, heeft de plant nog kans om gedurende het voorjaar verder uit te lopen. Snoei je de buxus te laat, dan groeit deze niet meer verder.

De tweede groeispurt is middenin de zomer. De langste dag van het jaar (21 juni) is goed aan te houden voor een tweede snoeibeurt. Zo kan de buxus in de nazomer nog een keer uitlopen.

Om de hele winter een strakke buxushaag te hebben kun je deze ook nog een keer snoeien in oktober/november. Snoei je te vroeg, bijvoorbeeld in augustus of september, en krijgen we een warm najaar? Dan is de buxus gevoeliger voor de vorst. Uit voorzorg kun je dit dus beter niet doen.

Snoeitips

  • Sproei vóór het snoeien de buxus nat, dat knipt beter
  • Gebruik uitsluitend een scherpe snoei- of heggenschaar
  • Om de bladeren niet te laten verkleuren moet je niet snoeien in de volle zon
  • Begin eerst met de zijkanten en daarna met de bovenkant
  • Span een touwtje om overal dezelfde hoogte te snoeien
  • Houd genoeg ruimte aan de onderkant vrij voor voldoende zonlicht

Lechuza

Aglaonema Silverbay

standplaats Heel donker, lichter mag ook maar absoluut geen direct zonlicht.

water en voeding In de lichte maanden, mei t/m september mag je elke twee weken een beetje plantenvoeding meegeven. Tussen twee gietbeurten mag de grond best een beetje opdrogen.

temperatuur Jouw Aglaonema heeft het het beste naar zijn zin wanneer de dagtemperatuur zo tussen de 20 en 25 graden Celsius schommelt. Let er op dat de nachttemperatuur niet te laag wordt. 16-18 graden is prima, maar niet lager!

Calathea Ruf. Mirosha

standplaats De Calathea wordt ook wel schaduwplant genoemd, omdat deze plant van nature in het dichtbegroeide tropische regenwoud van Zuid-Amerika groeit. De Mirosha mag dan ook niet in het directe zonlicht staan, het liefst een halfschaduw plekje en een temperatuur tussen de 16 en 27 graden.

water en voeding Tijdens de groei de grond vochtig houden met lauw water. Regelmatig water geven en eenmaal in de 14 dagen bijmesten, dan zult u lang plezier van deze mooie kamerplant hebben.

Let u vooral eens op de specifieke eigenschap van de Calathea. Tegen de avond sluiten de bladeren zich, dit geeft een ruisend geluid. De volgende ochtend staat hij weer met zijn bladeren te pronken.

Goudpalm

Naam:Chrysalidocarpus lutescens

Areca lutescens

Nederlandse naam: goudpalm, arekapalm

Familie: Palmae

Herkomst: Madagaskar

Standplaats: Geen volle zon of direct zonlicht maar wel veel licht. Een warme, lichte plaats maar geen felle middagzon. Ook ’s nachts mag de temperatuur niet onder 15°C zakken. Ideale temp.: 18-24°C Temperatuurschommelingen vermijden.

In de zomer eventueel buiten op een beschutte plaats.

Water: Houd de potgrond gelijkmatig vochtig, vooral in de groeiperiode. De potgrond best gelijkmatig vochtig houden.en zeker niet laten uitdrogen. Regelmatig nevelen of dompelen om de luchtvochtigheid te bevorderen.

Gebruik water op kamertemperatuur.

Algemeen:De mooie opwaartse beweging van deze sierlijke kamerpalm straalt opgewekte energie aan haar omgeving af. Chrysalidocarpus kent geen centrale stam, de bladstengels komen allemaal rechtstreeks uit de grond. Het blad is opvallend smal, glanzend donkergroen en de stengels zijn geelachtig, wat de plant in haar thuisland Madagaskar de bijnaam Goudpalm heeft opgeleverd. Met een gelijkmatige kamertemperatuur en een altijd iets vochtige kluit kan ook een kleine versie zo geestdriftig groeien dat er al snel sprake is van een binnenboom

Tip: Regelmatig benevelen bij een kamertemperatuur van 18°C. Gebruik gedistilleerd water of regenwater.

•Deze palm uit Madagascar is de meest gebruikte van de palmsoorten. Vooral geliefd omwille van zijn tropische uiterlijk. Verpot de plant in het voorjaar om de 2 à 3 jaar.